Voorwaarden

Replica 365 is succesfully configured in Business Central, using the “Replica 365 Setup page”
Azure Table Storage (“ATS”) is configured (more information can be found in the article describing how to setup Replica 365.

Business Central Setup

Meld je aan bij Business Central
Zoek naar de pagina “Replica 365” en open deze pagina om de tabellen in te voeren die je wilt repliceren.

Begin met het invoeren van de eerste tabel die je wilt repliceren. Je kunt zoeken op tabelnaam of op tabelnummer.


Zoek op naam of tabelnummer

Gebruik geen speciale karakters in de “External name” van de tabel, hier kan Azure table storage niet mee omgaan. Gebruik alleen letters en cijfers.

Selecteer de juiste tabel uit de zoekresultaten. Zodra de tabel is geselecteerd, worden een aantal informatieve velden weergegeven en opties om het gedrag van de replicatieactie te configureren

	Field	Explanation
a	No. of Records	Aantal records (rijen) in de tabel
b	Velden	Aantal geselecteerde velden in de tabel. Klik op het veld om de veldkiezer te openen. Replica ondersteunt maximaal 250 velden voor elke doeltabel, vanwege beperkingen van ATS. ATS ondersteunt maximaal 255 velden per tabel, waarvan er 5 velden nodig zijn voor systeemeigenschappen. Wanneer je tabel meer dan 250 velden bevat, moet je een subselectie maken binnen de bestaande kolommen of de tabel in meerdere delen repliceren.
c	Flowfields uitsluiten	Wanneer flowfields ("berekende velden") worden uitgesloten, zal een replicatieactie sneller verlopen. Voor grote tabellen kun je ervoor kiezen om de tabel in meerdere delen te repliceren, elk met een deel van de stroomvelden.
d	Repliceertype	Kies tussen [Volledig] en [Wijzigingen]. Met [Volledig] wordt de tabel voor elke replicatieronde volledig gerepliceerd. [Wijzigingen] repliceert alleen de gewijzigde records in vergelijking met de vorige replicatie. Dit wordt bepaald met behulp van het attribuut "Last Modified Date Time" van de geselecteerde tabel. Waarschuwing: wanneer je het Replicatietype wijzigt van [Wijzigingen] naar [Volledig], resulteert dit in een geheel nieuwe kopie van de tabel “zoals deze op dat moment is”. Dit resulteert in het verlies van de geschiedenis in ATS, ga hier voorzichtig mee om.
e	Volledige synchronisatie vereist	Wanneer u de geselecteerde velden wijzigt, bijvoorbeeld Velden (de)selecteert, activeert dit een Volledige synchronisatie in de volgende replicatieronde. Dit is nodig om het aantal velden per rij in ATS consistent te houden. Waarschuwing: hierdoor gaat de geschiedenis in ATS verloren. Alle records die niet meer bestaan in BC, zullen niet langer beschikbaar zijn in ATS. Ga hier zorgvuldig mee om.
f	Verwijderingen markeren	Vink dit veld aan als je wilt dat records die in BC zijn verwijderd, in ATS als “verwijderd” worden gemarkeerd. Als deze optie niet is aangevinkt, worden verwijderde records in BC ook verwijderd in ATS. Wanneer dit veld is aangevinkt, wordt het veld “DeletedAt” in ATS bijgewerkt met de DateTime van de daadwerkelijke verwijdering in BC (niet de DateTIme van het bijwerken van het record in ATS). Wanneer [Track Deletes] wordt gecombineerd met [Replication Type] = “Full”, resulteert dit in het behouden van verwijderde records in ATS. Dus ook al is het record in BC verwijderd, het blijft bestaan in ATS. Het attribuut "DeletedAt" wordt echter bijgewerkt in ATS om de record als verwijderd te markeren.
g	Aantal verwijderde records	Toont het aantal verwijderde records dat moet worden verwerkt. Voor elke tabel die in Replica 365 is geconfigureerd, wordt een logboek bijgehouden met verwijderde records in BC. Zodat deze verwijderingen in ATS kunnen worden geïmplementeerd..
h	Status	Toont de status (“Voltooid”, “In verwerking”, “Error”) wanneer de handmatige export wordt geactiveerd.
i	Start	Datum/tijd van start van de laatste export.
j	Duur	Duur van de laatste export.
k	Onverwerkte berichten	Een export wordt batchgewijs naar ATS verwerkt. Hier wordt het aantal onverwerkte batches weergegeven.
l	Aantal foutmeldingen	Aantal fouten dat is opgetreden tijdens de laatste export. Klik op het nummer om meer details weer te geven.


Configuratie van Replica 365

Veld Selectie

Voor elke tabel kun je de gewenste velden selecteren die je wilt repliceren.

Gebruik de knop “Selecteer alles” om Velden te selecteren. Replica ondersteunt maximaal 250 velden voor elke doeltabel, vanwege beperkingen van ATS. ATS ondersteunt maximaal 255 velden, waarvan er 5 nodig zijn voor systeemeigenschappen. Wanneer je tabel meer dan 250 velden bevat, moet je een subselectie maken binnen de bestaande kolommen of de tabel in meerdere delen repliceren. Waarschuwing: het selecteren van meer dan 250 velden zal resulteren in een fout tijdens de verwerking naar ATS.
Gebruik de knop “Deselecteer alles” om alle velden te deselecteren.
Gebruik de knop “Velden bijwerken” om de beschikbare velden opnieuw te laden. Dit is nodig als er velden aan een tabel zijn toegevoegd, bijvoorbeeld na het installeren van een nieuwe extensie. Nieuwe velden worden standaard niet opgenomen.


Selecteer niet meer dan 250 kolommen per tabel om fouten in de export te voorkomen.